De lessen van ons eerste jaar kamperen op een seizoensplek (met een tent)


Een seizoensplek op een camping; het klinkt als een bejaardenvakantie, maar hoewel er inderdáád heel veel bejaarden zijn die het doen, is het ook echt heel leuk als je kleine kinderen hebt. Wij namen (nemen, want we hebben nog anderhalve maand) dit seizoen de proef op de som.

Les 1: regel het op tijd
Wij bedachten ergens in januari dat het fijn zou zijn om een plekje buiten te hebben, om ons kleine bloedhete tuintje in de zomer te ontvluchten. Niet te ver weg, zodat we er op de fiets naartoe kunnen, en met enig vertier voor de kinderen. Na enig googelen kwamen we uit bij Camping de Leemkule in Hattem en die hadden toevallig nog 1 vrije plek voor het hele seizoen. Nou, dat werd hem. Geregeld.

Later hoorden we pas dat we heel veel mazzel hebben gehad dat het zo makkelijk ging en dat de plekken bijna overal al voor de kerstvakantie vergeven zijn. Als je volgend jaar wil seizoenskamperen, moet je dat dus eigenlijk nu al regelen.

Les 2: wil je echt het hele seizoen?
In ons enthousiasme regelden wij meteen een compleet seizoen, van eind maart tot eind oktober. Da’s best prijzig, maar met de gedachte dat we er dan ook het hele seizoen zouden zijn, viel het wel weer mee. Achteraf hadden we misschien beter een kortere periode kunnen boeken, bijvoorbeeld het voor- of naseizoen. In de zomer zijn we er namelijk amper geweest (vanwege het slechte weer) en ook in het voorjaar hebben we er niet alles uitgehaald wat erin zat (vanwege onze verbouwing). Pas de laatste weken zijn we er heel veel te vinden.

Les 3: kies voor een caravan (of neem afscheid van je tent)
Een seizoensplek met een tent kán (kijk maar naar camping Stortemelk op Vlieland, daar staan alleen maar tenten), maar ik snap wel waarom de meeste mensen het met een caravan doen. Ten eerste heb je dan veel meer comfort in het voor- en naseizoen omdat een caravan nét even warmer en droger blijft.

En ten(t) tweede: je tent wordt er niet beter van. Wij kamperen met een ruim dertig jaar oude De Waard Albatros en na een heel seizoen op dezelfde plek is het wel een beetje gedaan met hem. Het weer zit in het doek en hij is niet overal meer even waterdicht (dat blijkt overigens wel op te lossen met een spuitbus anti-lekspray). Voor deze tent is dat niet zo heel erg, maar als het een nieuwere tent was, had ik er flink van gebaald.

Les 4: neem niet te veel spullen mee
Nu zijn wij allebei behoorlijke chaoten én we hebben op een of andere manier heel veel kampeerspullen. Bovendien, als je in het weekend gaat, ben je vrij snel geneigd om iets wél mee naar de tent te nemen, maar het vervolgens niet mee terug te nemen. Eindstand: een klerebende.

Minimaliseren die hap, niet te veel servies en andere meuk, alleen de basics is meer dan genoeg.

Les 5: een seizoensplek is een feestje
Afgelopen vrijdag kwamen we aan op de camping, gooiden de spullen in de tent, schopten onze schoenen uit en ploften neer in het gras. Kinderen op een kleedje met de ‘camping-Playmobil’ (lifehack: zet een krat speelgoed waar thuis nauwelijks mee gespeeld wordt in de tent neer en het is ineens heel leuk), wij heerlijk in het zonnetje. Met twee meegebrachte koude biertjes van thuis en een stokbroodje met smeersels hadden we in 10 minuten volledig het vakantiegevoel te pakken.

Het is alsof je ieder weekend even op vakantie mag en dat is zo fijn. Ook als het regent of wat frisser is, als we maar 1 nachtje gaan of als we het eigenlijk druk hebben. Op de camping slapen we dieper, hebben we minder haast en meer tijd om te rommelen. Ik kan het echt iedereen aanraden.

Nog een paar weekjes, al ben ik benieuwd hoe lang we het nog volhouden. De nachten worden frisser (en vooral natter) en de avonden steeds korter. Ieder weekend dat we nog mee kunnen pakken is mooi meegenomen. Heb jij het wel eens overwogen?

2 comments

  1. Wat leuk om te lezen dit! Ik vroeg me al af hoe het ‘vaste’ plekje jullie zo beviel.
    Ik was toevallig gisteren op bezoek bij opa en oma die een weekje op een camping zaten hier 10 minuutjes vandaan. En toen we naar huis fietsten dacht ik gelijk, wat is het toch fijn als je dit ieder weekend kunt doen?! Gewoon met de fiets naar je ‘tweede huis’, waar een zwembad is voor de warme dagen en dus inderdaad ook gewoon wat aanklooien, puzzeltjes maken, lezen en veel ‘we zien wel’. Heerlijk! Ik heb thuis ook geopperd dat me dat heel erg leuk lijkt. Maar, ik denk dat een tent dan weer net iets te is. Goed om te lezen dat dit voor jullie ook niet per se een aanrader is met kinderen.
    Door de dag gisteren en door jouw post, ga ik er toch eens dieper induiken of het niet écht een optie is volgend jaar 😀

    1. Nou, exact dat! En je gaat je eigen omgeving er ook nog veel meer door waarderen, omdat je het meer vanuit de ogen van een toerist bekijkt 🙂 Leuk, ik ben benieuwd wat jullie keuze wordt. Een tent is niet de meest praktische keuze, wel de meest knusse, vind ik 😉

Comments are closed.