Een dagje naar de Marker Wadden

De Marker Wadden vind ik iets magisch: kunstmatig aangelegde eilanden die in nog geen 10 jaar uitgroeien tot een vogelparadijs. Zó tof. Een paar jaar geleden interviewde ik iemand van Staatsbosbeheer, die me op het hart drukte om zelf eens te gaan kijken. Het duurde even, maar afgelopen juni ging ik eindelijk, samen met vriendin E., op expeditie.

Wat zijn de Marker Wadden?
Voor iedereen die zich afvraagt waar ik het in hemelsnaam over heb: de Marker Wadden is een groep kunstmatige eilanden in het Markermeer. Ze zijn tussen 2016 en 2021 aangelegd om natuurherstel te bevorderen in het meer, waar eigenlijk maar weinig leeft. Dat komt weer omdat het water relatief troebel is, veroorzaakt door het vele slib. De eilanden dienen als een soort reusachtig filter, dat ervoor moet zorgen dat het water helderder wordt en waterplanten en -dieren meer kans krijgen. De eilanden zijn op hun beurt weer gemaakt van het vele slib (en zand) dat op de bodem ligt. Op dit moment zijn het er vijf, maar het kunnen er nog meer worden in de komende jaren.

Analoge foto, vandaar de kwaliteit 😉

Een dagje Marker Wadden
Alleen het hoofdeiland van de eilandengroep is (deels) toegankelijk voor publiek. Je komt er met je boot of met de veerdienst, die vertrekt uit Lelystad. Aangezien ik geen boot heb, waren we aangewezen op de veerdienst. Het hele eiland wordt beheerd door Staatsbosbeheer, zij regelen ook de kaartverkoop voor de pont.

Om het aantal bezoekers op het eiland binnen de perken te houden, kun je alleen retourkaartjes kopen voor één dagdeel met een vaste tijd voor de heen- en terugvaart. De overtocht duurt ongeveer drie kwartier, dus dat geeft je ongeveer 3,5 uur op het eiland. Da’s best kort, maar gelukkig is het eiland vrij overzichtelijk. Dat dagdeel geeft je de tijd voor een wandeling met een gids, een eigen ommetje én koffie met appeltaart.

Marker Wadden met of zonder gids?
Over die wandeling met een gids: als je een beetje geïnteresseerd bent in het technische en ecologische deel van de Marker Wadden, is dat absoluut een aanrader. Het zijn vrijwilligers van Staatsbosbeheer, dus het zal verschillen wie je treft, maar onze gids wist erg veel en bracht het ook leuk. Het geeft je net wat meer context.

Ook analoog geschoten.

Wat is er te zien op de Marker Wadden?
“Het lijkt Vlieland wel!” riep ik toen we van de boot afliepen. Wit zand, wuivend helmgras en golven zorgen voor een instant Wadden-vibe. We liepen over heuse duinpaadjes en langs wuivend riet, terwijl de gids ons op het ene na het andere mooie plantje wees. En dat waren er veel. Toen wij op de Marker Wadden waren, midden juni, was het hoofdeiland een waar bloemen- en vogelparadijs. Overal waar je keek, zag je het blauw van de lucht, het grijs van het water en het geel van de bloemen. Zo mooi.

Ja, en vogels zijn er dus ook volop. En daarmee ook veel professionele vogelaars met verrekijkers waarmee je ook nog een musje op de maan kunt spotten. Ik had geen verrekijker mee, omdat ik nu eenmaal niet een hele fanatieke vogelaar ben, maar daardoor miste ik ook nét een heuse kemphaan, waar de hele vogelkijkhut lyrisch over was. Wat ik wel zag? Ganzen, meeuwen, zwanen (met pluizige kuikens, zo lief), sternen, gele kwikstaarten, een kluut (heel schattig) en allerlei gevogelte waarvan ik geen namen weet. Ik verbaasde me vooral over de enorme hoeveelheid vogels: het is toch fascinerend dat zo’n nieuw stukje land zó snel als A+++-broedgebied bestempeld wordt?

Oh, en wat ook tof is: er is veel aandacht besteed aan de architectuur van de gebouwen op de eilanden.

Appeltaart met uitzicht
Na een wandeling streken we neer bij het hoofdgebouw, waar ook een restaurantje zit. We hadden zelf brood mee (voor de ultieme schoolreiservaring), dus we hebben niet geluncht, maar de appeltaart is er prima, vooral als je hem in het zonnetje opeet, met uitzicht op de branding.

Een beetje verbrand, volledig uitgewaaid en met een camera vol mooie foto’s stapten we weer op de boot. We waren een dagdeel op vakantie geweest.

3 comments

Comments are closed.