Vorige week liep ik mopperend door het huis terwijl ik probeerde grip te krijgen op het leven. Driftig smeet ik schoenen in de kast en vieze sokken in de wasmand, haalde een doekje over de wc, ruimde de post op, pakte een natte zwemtas na drie dagen eens uit, vouwde vloekend een was op die al vier dagen hing te drogen, viste een schimmelende mandarijn uit de fruitschaal en schreef ‘melk!!’ op het boodschappenlijstje.
Daarna bestelde ik een cadeautje voor een jarig neefje, stuurde een formulier van school door en vulde een declaratie in voor de zorgverzekeraar. In mijn hoofd gonsden notities over bedden verschonen, kasten opruimen, de slaapkamer eindelijk eens opnieuw behangen en dat ik ook echt niet moest vergeten de zwemles af te zeggen voor vrijdag.
Mental load
Je kunt het ‘moederschap’ noemen, maar eigenlijk is het gewoon een slechte taakverdeling. Want hoewel mijn man en ik de fysieke taken in ons huishouden redelijk fifty-fifty verdeeld hebben, komen al die kleine dingetjes hierboven -en vooral het denkwerk erachter- vooral op mij neer. Op papier is het helder: hij zuigt stof, draait wassen, doet weekboodschappen, brengt het vuilnis weg, draait wasjes en regelt alles omtrent de auto. Ik ben verantwoordelijk voor de badkamer en de wc, afstoffen, zuig ook stof op mijn vrije dag, verschoon bedden, ruim kinderkamers op, vouw de was en doe de communicatie met de kinderopvang en school.
Maar er is natuurlijk veel meer dat gedaan moet worden. En dat hebben we niet verdeeld. En zo komt het dat ik me verantwoordelijk voel voor wat er allemaal gedaan en geregeld moet worden om ons huishouden enigszins soepel te laten draaien. En dat is niet omdat ik het zo graag doe of uit onwil van mijn partner, maar omdat we ook gewoon maar het product zijn van een samenleving waarin het in heterorelaties vaak zo is dat de vrouw het meeste zorgt.
En die mental load is soms behoorlijk slopend, want het is nooit af. Er is altijd wel iets te doen of te regelen, vind ik. Het zou dus ook heel fijn zijn als je die mentale last -net als de werkdagen, de bijdrage aan de gezamenlijke rekening en de grote klussen in huis- 50/50 kan verdelen. Op veel feministische Instagramaccounts en blogs gaat het dan over het verantwoordelijk maken van mannen. Dat die kerels op moeten houden met vrágen wat ze kunnen doen, maar ook zelf eens na moeten denken en vervolgens ook de handjes laten wapperen.
Loslaten
En het lijkt me heerlijk als mijn wederhelft ook uitgerust wordt met mijn -blijkbaar magische- gave om te zien dat iets vies of stoffig is en daar dan uit zichzelf op acteert. Maar dat is volgens mij maar de halve waarheid. Want het is ook een kwestie van het uit handen kunnen geven. Erop vertrouwen dat je partner het net zo goed kan als jij en het vervolgens loslaten.
En dát is een punt waar ik de hand volledig in eigen boezem moet steken. Want ik heb mijn wederhelft gedurende onze relatie best veel uit handen genomen. Omdat ik vind dat ik het beter kan. Omdat het sneller gaat als ik het zelf even doe. Of omdat ‘hij het toch niet ziet’. Of omdat ik -heel jaren vijftig- vind dat iets nu eenmaal mijn taak is als moeder – bijvoorbeeld naar het consultatiebureau gaan. Mijn man dóet ook veel dingen in ons gezin, maar ik ervaar het anders. Omdat ik nog steeds het gevoel heb dat als ik niet aan al die andere dingen denk, de hele boel in elkaar flikkert.
Uitspreken
En ik denk dat in dat laatste zinnetje ook een sleutel ligt naar een oplossing. De weg naar een gelijkwaardige relatie, waarin alle taken écht 50/50 verdeeld zijn, begint bij het loslaten van mijn eigen perfectionisme en denkbeelden uit de vorige eeuw. Het niet snel overpakken of opnieuw doen als het niet op mijn manier gaat, maar accepteren dat er wellicht ook andere wegen zijn naar Rome (da’s er dan wel eentje waarop er niet al te vaak stofgezogen wordt, maar goed). En ook bij het uitspreken van al die dingen in mijn hoofd. Zodat ze niet alleen in mijn hoofd blijven zitten als één van de honderd to-do’tjes, maar een gezamenlijke verantwoordelijkheid worden. Zodat we uiteindelijk niet alleen de vuilniszakken en schone was eerlijk verdelen, maar ook samen het brein achter de hele operatie worden. En zo dus ook het goede voorbeeld geven voor onze kinderen.
Een mooie les. Iets om naar te streven.
Maar laten we verdomme eens beginnen met je fucking sokken in de wasmand gooien.
Ik herken je verhaal wel. Alles omtrent het huishouden, boodschappen, de zorg voor onze dochter, afspraken, … komt op mijn schouders terecht. Anderzijds werkt m’n vriend meer uren buitenshuis en is hij veel bezig met de verbouwing (aanbouw garage, carport). Waarschijnlijk is het geen gelijke verdeling, maar ik denk dat het aantal uurtjes vrijetijd wel ongeveer gelijk loopt. En ja, er wordt ook steeds meer van je verwacht, denk ik.
Ik heb vaak het gevoel dat het vooral op mijn schouders terecht komt, maar als ik er wat verder over nadenk valt het waarschijnlijk best wel mee. Al vind ik dat mentale nog wel het lastigste eigenlijk, omdat het ook gewoon écht geen leuke dingen zijn (opvang regelen voor de kleine? Bleh! Dat honderden keren heen en weer sturen met oma’s en opa’s, ik vind het echt vervelend).
Maar ik kan eigenlijk ook niet klagen want mijn lief doet onze hele verbouwing in zijn eentje en is een heel aanwezige papa voor de kleine, hij zet altijd de vuilzakken buiten en neemt soms het koken eens over (maar dat is dan weer echt zoiets wat ik liever zelf doe, haha) en stopt uit zichzelf al eens in de winkel als een cruciaal iets op is of zet eens een was op. En toen de kleine nog een baby was, ging hij er regelmatig mee naar het consultatiebureau, waarop de dokter of verpleegsters het dan nooit konden laten om te zeggen dat ze niet vaak zien dat de papa’s alleen komen.
Ik zeg altijd: communicatie is alles in een relatie en eigenlijk zou hier wel wat vaker overleg over kunnen zijn. Al was het dan alleen maar om in te zien dat het allemaal best meevalt 🙂 (bij mij dan hé)
(en het zijn vooral mijn eigen sokken die niet in de wasmand liggen :’))