De lessen uit 7 jaar moederschap

Afgelopen weekend was het 7 jaar geleden dat ik een positieve zwangerschapstest vast had. Sindsdien ben ik moeder. Op dat moment alleen nog van een klein celdelinkje in mijn baarmoeder, inmiddels van twee heuse kinderen. Niet eens echt klein meer, constateer ik soms verwonderd, als ik mensen zie redderen met een klein baby’tje en diep moet nadenken over hoe wij dat ooit deden. Ik doe dit al 7 jaar en snap er nog steeds niet heel veel van, maar voel me ook een stuk zekerder dan de newborn-ouders. Dus als ode daaraan: 7 lessen uit 7 jaar moederschap.

Je bent nooit meer zonder zorgen
Mijn eigen moeder zei dat tegen me, volgens mij toen ik zwanger was van de oudste: ‘vanaf nu ben je nooit meer zonder zorgen’. En dat is waar: moederschap komt met zorgen. Niet alleen fysiek zorgen voor, maar vooral de zorgen over. Zorgen of de zwangerschap wel goed gaat, zorgen of de baby wel gezond is, niet op haar buikje in slaap gevallen is, niet stikt in haar eerste broodkorst, of ze wel gelukkig zijn, het leuk hebben op school, de aarde nog een leefbare plek is als ze later groot zijn… Ik maak me vaak zorgen. Maar tegelijkertijd weet ik ook dat je met vertrouwen een heel eind komt. Vertrouwen in jezelf, in je kind en de toekomst. Maar mijn hémel, ik ben blij dat ze voorlopig nog niet gaan stappen.

Alles is een fase
Net als je denkt dat ze zichzelf voor altijd krijsend over de vloer van de supermarkt laten slepen, veranderen ze ineens in (meestal-)meewerkende kleuters. En op het moment dat je denkt dat je ze voor eeuwig moet behouden voor scheurbuik met multivitamine, likken ze aan een broccoli (andersom geldt het overigens ook: dat ze als baby keurig volgens het Rapley-boekje alles opeten, is geen vrijwaring van als driejarige een half jaar lang leven op spaghetti met ketchup en vitaminepillen – ik spreek uit ervaring). Anyway: alles is een fase. Soms een lange fase, soms een korte, maar in die eerste jaren ontwikkelen ze zich zo ongelooflijk snel dat niets voor altijd is. Echt.

Slaapgebrek holt je volledig uit
Drieënhalf jaar serieus gebroken nachten gaan je niet in de koude kleren zitten, al zie je pas achteraf hoe zwaar het was. Ik ben inmiddels, ongeveer een half jaar nadat wij (meestal) zijn gaan doorslapen, een beetje hersteld en begin me weer mezelf te voelen. Met levenslust enzo. Slaapgebrek is niet voor niets een martelmethode om gevangenen tot een bekentenis te dwingen.

Een slaapcoach helpt niet iedereen
Nog even over dat slapen: als je deelt dat je een slechte slaper hebt, vliegen de slaapcoaches je om de oren. En nadat we eerst een online slaapcoachingcursus gedaan hadden -coronatijd- die niets uithaalde, hebben we daarna via het consultatiebureau een echte coach in de arm genomen, die eigenlijk ook niets veranderde. White noise, vasthouden, naast haar bed zitten, laten huilen, cadeautjes na een nacht doorslapen, op de gang zitten, haar bed naast dat van ons… We hebben álles geprobeerd, maar het enige wat hielp was nabijheid, tijd en rust. 

Ieder kind is anders en daardoor reageer je zelf ook anders
Het duurde voor mij best lang om dit te accepteren, maar toen ik het eenmaal doorhad, was het heel logisch. Ik heb twee heel verschillende kinderen. Die allebei weer heel eigen kanten van mij weerspiegelen. Waardoor ik ook op beide kinderen anders kan reageren. Ik heb me lang afgevraagd of dat te maken had met meer of minder houden van, maar dat is niet zo. Ik reageer anders, omdat het twee verschillende persoonlijkheden zijn. Die allebei net zo leuk zijn, op hun eigen manier.

Wij zijn de basis
Een eerste baby is een aardverschuiving. Een aardverschuiving die ervoor zorgt dat je ineens niet meer elkaars belangrijkste persoon op aarde bent. Dat is dat kleine mensje dat je samen hebt gemaakt. Dat was even wennen. Mijn wederhelft en ik waren al 8 jaar samen toen ik op mijn 27e zwanger werd. We hadden al het nodige meegemaakt, wisten wat we aan elkaar hadden en toch verraste dit ons.

Mijn man vroeg zich in die eerste maanden af of ik eeuwig als een leeuwin over mijn baby bleef waken waarbij hij op de tweede plek kwam. Ik was vooral erg druk met als een leeuwin over mijn baby waken. Maar ook in die periode hebben we altijd oog voor elkaar gehouden (ik wel met één oog op mijn baby). En dat doen we nog steeds. De ene periode meer dan de ander, maar we blijven elkaar zien. Wij zijn de basis waar dit gezin op gebouwd is (gosh, dat klinkt wel heel erg hoeksteen-van-de-samenleving, sorry), dus daarom moeten wij minimaal 2 keer per jaar een weekendje weg 😉

De uren zijn lang, maar de jaren zijn kort
Zo’n gruwelijk Instagram-cliché dit, maar het is wel echt waar. De uren zijn soms lang, als je met een baby op de arm zit die alleen bij jou slaapt, je geduld moet zien te bewaren bij het zoveelste peutertantrum, een hele dag alleen maar DUPLO-torens zit te bouwen of koud en stijf op de grond naast een ledikantje zit, maar het is voorbij voordat je het door hebt. Voor je het weet zit je ‘s avonds vol weemoed foto’s en filmpjes terug te kijken van dat baby’tje dat zo vol vertrouwen aan je borst in slaap was gevallen, de eerste stapjes, brabbels en ‘voorlezende’ peuters die een prentenboek volledig uit hun hoofd kennen. De tijd vliegt écht. En het is vooral heel erg leuk.

O en een andere fascinerende les: toen we zelf volop in de luiers zaten, had ik nooit moeite met kakluiers. Sinds mijn eigen kinderen zindelijk zijn vind ik kindjes met volgepoepte luiers ineens weer heel erg vies. Zou daar al onderzoek naar gedaan zijn?

Nog een les: sinds ik zelf uit de baby’s ben, snap ik wat de generatie van mijn ouders bedoelt met: ‘wij legden jullie los in een reiswieg op de achterbank en jullie zijn ook groot geworden’. Natuurlijk zijn er altijd nieuwe inzichten, nieuwe producten en nieuwe opvoedstromingen, maar je doet (over het algemeen) wat er op dat moment goed is. In die 7 jaar dat ik nu moeder ben, zelfs in de bijna 4 jaar na mijn laatste baby, is er alweer veel veranderd. En zijn er ook weer veel nieuwe ~onmisbare~ spulletjes bijgekomen. We maken elkaar soms ook een beetje gek, als het op baby’s aankomt… (al vind ik een reiswieg op de achterbank ook een beetje ver gaan).