Koken met de Ecostoof: slow cooking voor mensen die nog meer te doen hebben

Twee jaar geleden kocht ik een Ecostoof, een geïsoleerde zak waar je een hete pan in zet zodat het eten gaart zonder stroom of gas. Nu we richting het najaar gaan, pak ik hem er weer regelmatig bij, want het is een ideale manier om suddergerechten langzaam te laten garen terwijl je zelf iets anders doet.

Een ecostoof is gebaseerd op een principe van een hooikist of hooimadam: een met hooi geïsoleerde kist of zak waar een pan in werd gezet. Door de hoge isolatiewaarde bleef het eten in de pan warm en gaarde het rustig door, terwijl er geen (dure) brandstof werd gebruikt. Slim. Toen Nederland massaal aardgas kreeg, raakte zo’n suffe manier van koken een beetje in de vergetelheid. Nu er steeds meer mensen bezig zijn met duurzaamheid en energie besparen, komt het weer terug. Vind ik leuk.

Er zijn meerdere merken die dit soort pannenstoven maken. Ecostoof en Hooimadam bijvoorbeeld, maar op Marktplaats vind je ook meerdere kleine ondernemers die een handeltje in zelfgemaakte exemplaren hebben. En als je een beetje handig bent met de naaimachine, kun je zoiets natuurlijk ook makkelijk zelf maken. Ik ben alles behalve handig met een naaimachine, dus ik heb mijne gewoon gekocht. Bij Ecostoof, want die vond ik het mooist én ze zijn volledig Europees geproduceerd.

Hoe werkt koken met een Ecostoof?
Koken met een Ecostoof is heel makkelijk; je start je gerecht zoals je recept dat aangeeft. Als het kookt, laat je het een paar minuten koken, zodat de pan en de inhoud door en door heet zijn. Dan zet je het geheel direct in de Ecostoof, knoopt hem dicht en wacht. Ondertussen kun je andere dingen gaan doen. Dat vind ik er ideaal aan: je kunt gewoon het huis uit zonder bang te zijn dat iets aanbrandt. Slowcooking, maar dan zonder de hele middag in de keuken te staan. Love it.

In principe kan iedere pan met een deksel erin, maar gietijzer werkt wel het lekkerst omdat het de warmte beter vasthoudt.

Hoe lang een gerecht in de stoof moet, hangt af van wat je maakt. Soep is na een uurtje vaak klaar, maar een stoofpotje zoals de vegan rendang op de foto, laat ik rustig een hele middag staan. Het wordt er eigenlijk alleen maar lekkerder van, doordat de smaken langzaam intrekken. De temperatuur daalt heel langzaam; als je de zak na een paar uur openmaakt, is het gerecht nog hartstikke warm en in principe klaar om te eten. Ik warm het zelf altijd nog een paar minuten door op de kookplaat.

Ik vind het ideaal voor stoofgerechten, zoals vegan rendang, tajines met groente, linzencurry’s, paddenstoelenstoof en andere herfstige zaken. Stoofpeertjes gaan er ook heel goed in. Eigenlijk alles wat een poosje moet sudderen voor de lekkerste smaak.

Ik ga hem de komende herfst nog heel vaak gebruiken! Kende jij ‘m al?






Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *