Mijn opa had vroeger een bibliotheek annex boekhandel. Hij had de winkel – Elck wat Wils, een vrij briljante naam – op zijn beurt weer overgenomen van zijn vader. Helaas heb ik de winkel zelf nooit meegemaakt, want vlak voor mijn geboorte is de winkel verkocht. Nadat opa bijna tien jaar geleden overleed, vonden we, naast een enorme collectie postzegels, zijn latere handel, nog wat spullen uit de boekhandel. Een kleine kilometer aan kerstinpakpapier bijvoorbeeld. En twee oude -erg zwarte- pietjes, die hij in de Sinterklaastijd in de etalage had hangen. De pietjes mochten met mij mee naar huis.
Ze zijn prachtig. Al behoorlijk oud en gemaakt van dik glanzend chenilledraad in diepe kleuren oker, rood en groen. Een zwierige pluim op hun mutsjes. Maar ze waren ook Heel Erg Zwart. En daar denken we nu heel anders over dan 50 jaar geleden. Gelukkig. Helaas zorgde dat gegeven er ook voor dat ik de prachtige etalagepietjes van opa al jarenlang in een doos in de opslag had liggen. Want hoe mooi ze ook zijn, die koppies konden echt niet meer.
Ik twijfelde al een paar jaar of ik ze zou schilderen, maar dat vond ik dan toch weer zonde van zulke mooie oude pietjes. Vorige week kwam ik het doosje weer tegen. En ik besloot om het maar gewoon te doen: mijn pietjes een fris verfje geven, zodat ze geen aandenken meer zijn aan een tijd waarin we stereotypen gebruikten om een feestje te vieren. Anders kwamen ze waarschijnlijk nooit meer uit die doos. Of ze belanden uiteindelijk bij de kringloop en worden dan verkocht aan iemand die er een of ander xenofoob statement mee wilde maken.
Dat laatste vond ik nog de meest angstaanjagende gedachte. Dus daar gingen ze. De pietjes kregen een kapmanteltje om van een boterhamzakje en met drie laagjes acrylverf gingen ze van zwart naar wit. En toen ik toch bezig was, kregen ze ook meteen een paar edelstenen op hun mutsjes, om hun beginnende kaalheid te verbloemen. Een uurtje later waren ze klaar voor 2024.
Ik was benieuwd hoe het uit zou pakken, of je nog heel erg zou zien dat dit witgeverfde zwarte pietjes zijn met een zweem van racisme. Maar het valt me reuze mee: het zijn gewoon twee vriendelijk ogende mannetjes met ronde oogjes en een lachend rood mondje. Twee kleine prinsjes, met hun sjieke pakjes en edelstenen mutsjes. Dus ze mochten uit hun doos blijven. En nu zitten ze gebroederlijk bovenop het letterbord in de keuken. Een beetje te roddelen over ons, stel ik me zo voor.
Als je niet had gezegd dat je ze had geverfd, zou het niet opgevallen zijn. Goede oplossing vind ik en fijn dat ze daardoor niet op zolder hoeven te blijven!