Wat ik leerde van mijn studie journalistiek

Ik heb van 2008 tot 2012 journalistiek gestudeerd. Eind 2012 haalde ik mijn diploma op, nadat ik in de maanden ervoor nog 3 vakken uit het tweede jaar van de studie afgerond had (collegejaar 2009/2010 was niet mijn meest productieve jaar qua opleiding, maar legde wel de basis voor mijn huwelijk, zullen we maar zeggen).

En hoewel mijn man en ik grappend volhouden dat het beste dat we aan de opleiding overgehouden hebben elkaar is, heb ik toch best wat geleerd. Het was misschien niet altijd datgene wat er in het curriculum van de opleiding stond -ik heb vrij veel colleges gehad over godsdienst, daar is weinig van blijven hangen-, maar toch. Dit zijn de 5 belangrijkste dingen die ik geleerd heb van de opleiding journalistiek.

1. De journalistieke basics blijven je altijd bij
Het eerste jaar journalistiek startte met een blok krantenjournalistiek. En hoewel me vrij snel duidelijk was dat ik noooooit bij een krant wilde werken, waren de basics van de journalistiek wel heel goed om te leren. Nieuwsberichten opbouwen (5xW+H: wat, wie, waarom, waar, wanneer en hoe), oprolbaar schrijven, koppen maken, bronnen zoeken (‘1 bron is geen bron’), redactievergaderingen organiseren, feedback geven en ontvangen, interviewen: allemaal dingen die ik daar ooit leerde en nog steeds in mijn werk gebruik. Bijgeschaafd en wel, maar toch.

2. Zorgvuldige eindredactie is het verschil tussen een roast en een goed cijfer
Ik had ooit een docent (hallo GJ) die je genadeloos voor lul zette bij het spotten van een dt-fout. Niet aardig, wel leerzaam. Want daardoor leerde je om je teksten nog eens zes keer na te kijken voor je de boel inleverde. En dát zouden meer mensen moeten doen.

3. Ik wil copywriter worden
In 2008 leidde de opleiding journalistiek nog op voor de vorige eeuw. Krant, radio en televisie waren de drie heilige gralen. Aan internet werd nauwelijks aandacht geschonken en alles wat commercieel was stonk. Ik had echter al vrij vroeg door dat ik met een carrière bij de lokale krant nooit een hypotheek zou kunnen betalen.

Dus koos ik de richting Verhalen. Dat was een gemengde afstudeerrichting met de opleiding Communicatie en ging over creatief schrijven, copywriting en poëzie. Met les van échte copywriters. Daar, in het derde jaar van mijn studie, had ik eindelijk gevonden wat ik zocht. Ik wilde geen journalist worden, ik wilde copywriter worden.

4. Beter schrijven? Meer lezen!
Van lezen leer je beter schrijven, leerde ik van een docent taalbeheersing. En da’s waar. Romans, non-fictie, korte verhalen, gedichten, tijdschriften, kranten: alles kan je inspireren. Soms zijn het mooie woorden of zinnen, een andere keer een verrassende opbouw of bepaalde interviewvragen die je (in je hoofd of een schriftje) kunt bewaren tot je ze een keertje kunt gebruiken. 

5. Met alleen je studie journalistiek kom je er niet
Door alleen braaf je colleges te volgen, opdrachten te maken en dossiers samen te stellen, ontwikkel je jezelf niet als schrijver. Daarom schreef (en schrijf) ik ook in mijn vrije tijd veel. Blogs, korte verhalen, ‘’’’gedichten’’’’ (ik heb een fase gehad waarin

ik dacht dat alles met 

een paar enters

op willekeurige 

plekken

een gedicht was.
Was niet zo.), you name it. En zodra ik de kans kreeg, ben ik als bijbaan SEO-teksten gaan schrijven. Allesbehalve journalistiek verantwoord, maar gezien punt 3 was dit voor mij de perfecte leerschool om handig en snel te worden met teksten. 

En tot slot denk ik dat er veel overeenkomsten zijn met autorijden: als je net je papiertje gehaald hebt, mág je weliswaar de weg op, maar de meeste mensen zijn nog geen bijzonder goede coureurs. Kilometers maken, zowel tijdens als na je studie, blijven het belangrijkst. Zeker als het om schrijven gaat.

Wat heb jij gestudeerd? En welke punten neem je nog steeds met je mee?